Uitbater nv Dea Dia van de Nederlandse familie Taminiau van het Romeinse themapark “Ooit Tongeren” stelt dat de strafklacht die de nv Plinius bij de procureur des Konings van Tongeren indiende wegens vermeend misbruik van vennootschapsgelden totaal ongegrond is en beschouwd moet worden als een “rookgordijn” om de nv Dea Dia in diskrediet te brengen.
Volgens de Nederlandse uitbater Marc Taminiau draait de werkelijke oorzaak van het conflict met leasegever Plinius Vastgoed, met als aandeelhouders Toerisme Vlaanderen, de stad Tongeren en aannemer Strabag, rond de “ondermaatse kwaliteit, duurzaamheid én volledigheid van de door aannemer Strabag verrichte bouwwerkzaamheden”. Taminiau beweert ook dat hij de oplevering van de werkzaamheden omwille hiervan als niet bestaande beschouwt.
De uitbater maakt zich ook sterk dat de herstelwerkzaamheden als gevolg van de gebrekkige uitvoering door de aannemer geraamd worden op 3,8 miljoen euro en dat de exploitatiemogelijkheden van het park hierdoor zwaar gehypothekeerd worden. Zo zou de nv Dea Dia als gevolg van de gebrekkige uitvoering van de bouwwerkzaamheden jaarlijks extra belast worden met onderhoudskosten van 400.000 euro.
De uitbater laat tot slot nog weten dat hij zich door de publieke partners, met name Toerisme Vlaanderen en in het bijzonder de stad Tongeren, geheel in de steek gelaten voelt. Taminiau geeft wel dat het themapark de vooropgestelde bezoekersquota niet haalt, maar wijt dit aan de gebrekkige infrastructuur en het slechte weer. “Ooit Tongeren” ontving sinds de opening op 15 juni zowat 50.000 bezoekers. Om rendabel te kunnen zijn hadden er dat minstens 75.000 moeten zijn.
Gevraagd naar een reactie op de aantijgingen laat waarnemend burgemeester Carmen Willems (Open Vld) van Tongeren weten dat Taminiau zijn contractuele verplichtingen door mekaar haalt en zich beter zou concentreren op een goede exploitatie. Ook moet Taminiau volgens Willems zijn financiële verplichtingen nakomen. “Als hij dat zou doen, zaten we nu niet in deze situatie”, aldus de burgemeester.
Bron: Het Belang van Limburg, 18-08-2007 e.v.